woensdag 28 maart 2012

IRENE

Slingo: slots & bingo. Je hebt 3 +2 energie ontvangen. Kun je me helpen door acrylvel te versturen? Speel met vrienden. Thuis.

De universiteiten waren geen leerscholen maar bedrijven met belangen in grotere bedrijven. Onderzoek kon enkel als het aantoonbaar winstgevend was, hier & daar werden nog uitwassen van de eerdaagse liefde voor de kennis toegelaten, omdat men nu eenmaal de schijn had hoog te houden van expertise & geleerdheid, maar nu de ineenstorting nakende was, werd daar vlug komaf mee gemaakt.

Het enige doel was deze eeuwenoude instituten was verworden tot de sociale dood van haar producten: puntgave studenten-werknemers die geen kant meer op konden, & die maar al te graag de exuberante beloningen in ontvangst namen indien zij deden wat van hen verlangd werd. Monddood, platgeneukt in de watten van hun comfort. Dit alles natuurlijk ten koste van een groeiende meute behoeftge verschoppelingen, want wie niet meekon was niks waard, & dat zouden ze geweten hebben.

Exploitatie, groei, productie, kapitaal. De machine vrat zich een weg door alles & iedereen, blind, want alle ogen staarden naar zichzelf.

Het was in juni, een hete dag met de belofte nog van een lange zomer. Ik was gehaast, er lag een vriendin op mij te wachten, maar de wijn was op, vandaar. Ik stalde mijn fiets naast een grote zwarte bestelwagen. Merkwaardig genoeg waren er verder nauwelijks auto's.
Ik ging de supermarkt binnen, & inderdaad, er waren nauwelijks klanten. Bon, dacht ik & ik spoedde mij naar de wijnafdeling. Een drielitertje wit zou wel volstaan. Toen zag ik haar: Irene. Groot, slank, ze had een okeren mantel aan, de delen huid die zichtbaar waren deden mij vermoeden dat zij daaronder niet veel droeg. Haar hand gleed gedesinteresseerd langs de uitgestalde waren: kazen, shampoo, hondenvoer van het merk Didi. Ik volgde haar als betoverd. & Zij had mij gezien, oh ja. Maar ik had geen tijd.

Toen ik afrekende, liep zij als een briesje langs mij heen. Zij had niets gekocht.

Er bestaat geen toeval. Toen ik bij mijn fiets aankwam, stonden de deuren van de zwarte bestelwagen wijd open. De vloer van de wagen was volgestouwd met kussens & bezaaid met lavendelbloesems. Lavendelbloesems? dacht ik nog, maar niets was nog belangrijk. Haar jas viel open & ik zag haar paradijselijk blanke lichaam, getooid met een weelderig bos schaamhaar. Voor ik het besefte, verdwaalde mijn hand daarin. Zij glimlachte, & duwde mij van haar weg in gespeelde verontwaardiging. Ik greep haar vast, gooide haar in de wagen & sloot snel de deuren. Ze was nu echt geschrokken & verzette zich. Ik gooide haar op haar rug & plantte mijn knieën op haar armen.

Zij kon nergens heen, haar lichaam kronkelde. Ik deed mijn jeans omlaag, haar grote bruine ogen fixeerden mijn lid dat monsterlijk boven haar uittorende. Om haar te treiteren bewoog ik mijn hand er langs, alsof ik masturbeerde. Ik schoof omlaag, mijn handen op haar armen nu, mijn mond open boven haar hijgen. Ik stoot in haar, zij schreeuwt het uit. Zij was nog droog, maar dat duurt niet lang.
Zij spreidt haar benen hoog zodat ik dieper in haar kan, dieper. Wanneer zij klaarkomt, kromt zij huiverend de rug, haar borsten priemen op mijn huid, haar armen zijn vlindervleugels die mijn schouders omsluiten, haar benen de klemmen rond de poten van een gevangen wolf.

Ik ruk mij los. Vreemd genoeg kwam ik niet klaar. Nu ja, mijn vriendin had mij wel al afgemat. Maar zij toonde dankbaarheid, haar brede mond sloot zich lachend rond mijn lid. Er kwam een zachte gloed in mij, ik barstte uit in vele werelden.

Die zomer ondernamen wij in haar bestelwagen een tour langs de vestigingen van deze warenhuisketen doorheen Europa. Mijn vriendin stuurde ik een sms om haar te vertellen waar ze de wijn kon vinden.

zondag 18 maart 2012

MARIA

Verborgen kronieken. Gepakt op de afstand. Kinderwens:8, Blaas: 6. Speler mazar99921a heeft het spel verlaten.

Voor enige sereniteit was er op de planeet plaats noch tijd. Individuen werden personen in het register, personen werden profielen, profielen kregen een exploitatiewaarde toegekend en werden vervolgens aan de marktprijs verhandeld.

Er gebeurde een ongeluk. Een moment van onoplettendheid van een chauffeur en een autobus vol kinderen vlamde frontaal tegen een betonnen tunnelwand. De aanblik van het wrak was een verschrikking. Het beeld werd de naaste verwanten en kennissen, de broertjes, de zusjes, de grootouders, de vriendjes, tot zesmaal daags toegediend. Men sneed van ontzetting de kabels der schermen door. Niets hielp: in de etalages van de winkels pronkten kranten met exclusieve foto's van de lijkjes.

De vertoning liep ten einde. Zij was onschuld, reine lieftalligheid, met in de ogen het vuur van verderf. De buhne was bezaaid met rode rozen, haar vrijwel naakte lichaam zweefde feeëriek boven de kleurenpracht. Haar dansen was een woord, een naam, het lag bij allen op het puntje van de tong.

Een uur na de voorstelling zag ik haar staan praten met een official van de organisatie. Haar zijden sjaaltje wapperde als een uitdagend spoor in mijn richting. Er was iets mis, een overbooking in het hotel. Ik streek mijn blonde haren als in een knieval en bood haar mijn hulp aan. Mijn rijzige gestalte imponeerde haar, ze aanvaarde mijn aanbod.

In het hotel aangekomen plofte ik wat onbeholpen neer in de lederen fauteuil. Ja, had ze gezegd, ze wou nog wel een drankje. Ze was snel, voortvarend, ze wist wat ze deed. Voor ik het besefte prangde haar stevige kontje in mijn schoot. Ik gleed haar binnen, mijn handen als klauwen op haar dijen, ze schrok even van mijn omvang. Dra, haar naakte rug deinde onhoudbaar voor mijn ogen, een werveling van gouden tinten.

Nog nooit werd ik dermate van mijzelf ontdaan. Oh, Maria.

donderdag 15 maart 2012

GLORIA


Vluchten kan niet meer. Doorzoek mijn omgeving. Gebruik de incubator. Speel nu!

De zich nogal generende regering van het land kondigde net een besparingsplan af waarvan we allen beter zouden worden. Men was er in geslaagd oplossingen te vinden, vaag omschreven bevolkingsgroepen aan te duiden als de schuldigen: werklozen, rokers, speculanten, uitschot waarvan niemand de verdediging op zich zou willen nemen.

Het plan was een strohalm, met veel poeha opgericht tegen het onstuitbare raderwerk dat ons ging vermorzelen.

Peu importe. Mijn eindbestemming was bereikt. Tijd is een relatief begrip.

Ik zie haar: Gloria. Haar handen verraden een gebrek aan inlevingsvermogen, haar blik is dof, alsof er iets in haar verloren ging. Maar haar jurkje is verrukkelijk, de zijde ervan is een huid op haar huid. Er is een plant op afgebeeld, die slingert zich vanuit haar frêle heupen naar de nek, de wang die ze mij aanreikt, opdat ik haar zou kussen, haar gouden haren wuiven als een geurige bloem.

Ik grijp mijn kans, mijn hand glijdt door het haar, de rug langs, ik raak haar daar waar ik weet dat zij ontvlammen kan. Het is een tengere vrouw, ik hijs haar moeiteloos mijn armen in, ze smeekt nog even, zucht van nee, maar weet dat ik haar binnendring. “Oh,” kreunt ze, “je past in mij als een …”.

Haar vermogen om het gebeuren trefzeker te verwoorden was helaas niet al te groot. Ik ben dichter, het vervolg laat zich raden. Ik bespeelde meesterlijk op de dreunende bas van diepe halen het fijnzinnige trillen van haar weerom ontluikende ziel.